‘Ik ben verslaafd aan suikers’. Heb jij deze zin ooit gehoord? Of zou dit uit jouw mond kunnen komen? Maar kan je eigenlijk wel verslaafd zijn aan suikers? In dit artikel geven we antwoorden op veel voorkomende vragen over suikers.
Wat zijn suikers?
De meeste mensen kennen de term suikers vooral uit producten zoals gebakjes, snoep en andere ‘dikmakers’. Maar wat zijn suikers eigenlijk en waar komen ze vandaan? Koolhydraten is de overkoepelende term voor alle soorten suikers. Zijn er dan verschillende soorten suikers? Jazeker!
Verschillende koolhydraten
Er zijn verschillende soorten suikers, oftewel verschillende soorten koolhydraten. Alle koolhydraten bestaan uit bindingen tussen monosachariden. Monosachariden zijn enkelvoudige koolhydraten, de naam 'mono' zegt het al. Monosachariden, zoals fructose, galactose en glucose, staan bekend als snelle suikers.
Naast monosachariden zijn er ook disachariden. Het verschil is dat disachariden uit twee aan elkaar verbonden sachariden bestaan. Disachariden zijn dus meervoudige koolhydraten en staan bekend als langzame suikers. Voorbeelden hiervan zijn lactose, maltose, sacharose en trehalose.
Het grootste verschil tussen beiden is de snelheid waarmee ze worden afgebroken en opgenomen in de bloedbaan. Wanneer we ons eten doorslikken, komt het in de dunne darm terecht. Hier worden de koolhydraten afgebroken tot glucose, fructose of galactose, die vervolgens in de bloedbaan worden opgenomen. Dit is het moment waarop de bloedsuikerspiegel stijgt.
Voorbeeld van suikers in voedsel
Als jij bijvoorbeeld havermout eet, wordt deze koolhydraat in de dunne darm afgebroken tot een suikermolecuul dat langzaam in de bloedbaan wordt opgenomen. Maar als we een ijsje nemen, wordt deze ook in de dunne darm afgebroken tot een suikermolecuul, maar deze wordt sneller opgenomen in de bloedbaan dan havermout. Hierdoor wordt ijs door de gezondheidsindustrie vaak getypeerd als ‘slechte’ suiker.
De Glycemische Index (GI)
De Glycemische Index (GI) staat voor de snelheid waarmee de bloedsuikerspiegel stijgt na het eten van koolhydraten. Koolhydraten die snel worden afgebroken tijdens de spijsvertering en waarbij glucose snel in de bloedbaan wordt opgenomen, hebben een hogere GI dan koolhydraten die langzaam worden afgebroken.
Energie en Koolhydraten
Koolhydraten, eiwitten, vetten en alcohol leveren energie. De hoeveelheid energie die een voedingsstof levert, wordt aangeduid in kilocalorieën. Hier is een klein overzicht:
- Koolhydraten: 4 kcal per gram
- Eiwitten: 4 kcal per gram
- Vetten: 9 kcal per gram
- Alcohol: 7 kcal per gram
Waarom is het belangrijk om te weten hoeveel energie een bepaalde voedingsstof levert? Dit is belangrijk omdat je voor elk gewicht een bepaalde hoeveelheid kcal nodig hebt om op dat gewicht te blijven. Dus stel je weegt 75 kg, dan heb je misschien 2500 kcal nodig om op dat gewicht te blijven. Dit is essentieel als je het doel hebt om af te vallen of aan te komen. Om af te vallen, moet je een negatieve energiebalans creëren, wat betekent dat je minder moet eten dan jouw lichaam nodig heeft.
Conclusie
Maken suikers ons dik? Nee! Suikers maken ons niet dik. Een positieve energiebalans maakt ons dik. Een overschot aan kcal leidt tot gewichtstoename. Suikers hebben in de loop der jaren een slechte naam gekregen, maar dat is niet altijd terecht. Zelfs als je 3000 kcal eet, met enkel vetten en eiwitten, zul je ook aankomen in gewicht. Te veel suikers zijn niet goed, maar dat geldt voor alles! Veel mensen zijn zich niet bewust van hoeveel kcal ze werkelijk binnenkrijgen, wat vaak leidt tot overgewicht.